DNA is een afkorting voor "Deoxyribonucleic acid" (Desoxyribonucleïnezuur) en komt bij veel organismen voor. Het bestaat uit 2 "spiralen"die samen een "dubbele helix" vormen.

Tussen deze twee spiralen zijn verbonden door verbindingen

die tussen de twee spiralen liggen; de zogenaamde basisparen.

Deze basisparen  kunnen bestaan uit;

 

1. Guanine en cytosine (G & C)

2. Adenine en thymine (A & T)

 

Deze basisparen kunnen alleen op deze manier binden maar de volgorde hiervan op de trap zijn totaal persoonsafhankelijk. Op deze manier kan je dus met DNA herleiden wie bijv. je ouders zijn.

 

De spiralen bestaan uit een suikermolecuul tussen de basisparen, en tussen de suikermoleculen zit een fosfaatgroep (dit zijn zuurresten) op deze manier

 

 

 

suikermolecuul

fosfaatgroep

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoals je ziet zijn deze spiralen de "ruggengraat" van het DNA.

 

Naast DNA heb je ook RNA dit is een afkorting voor "Ribo Nucleic Acid" (ribonucleïnezuur). RNA wordt vaak in ons lichaam gebruikt bij celdeling, zij kunnen namelijk de genetische volgorde (de volgorde van de basisparen) van het DNA opslaan.  De verschillen tussen DNA  en RNA zijn dat in de spiralen de suikermoleculen een andere soort suikermolecuul bevatten namelijk "ribose." En bij de basisparen wordt thymine (T) vervangen door uracil (U).

 

  V2A
V2B
V2C